Let op de nieuwe formulering van 43A2c en het nieuwe 43A3. De dummy mag sowieso niet kijken naar de beeldzijde van de kaarten van de tegenstanders. Andersom mag de tegenspeler zijn kaarten ook niet tonen aan de dummy.
Het criterium voor het aantal over te dragen slagen is niet het al of niet behalen van de slag waarin daad werkelijk verzaakt wordt maar de slag ná de correctie ( verzaking), dus door het bekennen. Maakt de leider deze juiste slag, dan worden twee slagen overgedragen, maakt de leider deze slag niet dan maar één . Uiteraard mits de leider minstens het aantal over te dragen slagen maakte te beginnen met de slag waarover de dummy een vraag stelde.
Het aantal slagen dat als rechtzetting wordt overgedragen is dus als volgt:
Geen slagen als de leider de slag waarin verzaakt is na herstel niet wint, en daarna zelf of in de dummy ook geen slagen meer maakt.
Eén slag als de leider de slag waarin verzaakt is na herstel niet wint maar daarna zelf of in de dummy nog één of meer slagen maakt.
Eén slag als de leider de slag waarin verzaakt is na herstel wint maar daarna zelf of in de dummy geen slagen meer maakt.
Twee slagen als de leider de slag waarin verzaakt is na herstel wint en daarna zelf of in de dummy nog één of meer slagen maakt.
Het gaat over een dummy die zijn rechten verloren heeft en nu wijst op een fout van de tegenspelers, bijvoorbeeld een verkeerde uitkomst. De leider moet die accepteren.